|
Altijd hetzelfde De griep is te genezen En koorts kun je belezen En rheumatiek masseren En netelroos cureren Maar liefde moet je houen Tot 't overgaat - of trouwen Omdat het geen bacil is Doch meer een soort paskwil is Een geest'lijk mond- en klauwzeer Je zet je naast een vrouw neer Bij rozegeur en maanlicht (Precies als op een aanzicht) Je zegt dat zij zo 'frele' is Hoewel 't een Citadel is Zo slank als een Diana Al draagt ze een Hautana Of Hunkemoller Lexis Zij doet of ze perplex is En schuift wat dichter bij je Maar denkt: wat toch een zije Je haalt er poezie bij (Zij denkt: is deze knie vrij?) Je wil haar schoonheid schenken Met Boutens 'Bleke Denken' Zaagt Vondel en Verwey door En leest haar Gorters 'Mei' voor Dat hou je vol tot juli Dan word je Multatuli En zucht dan meest in zo'n geval "Ik weet niet waar ik sterven zal..." refr.: Is ze de eerste of is ze de tiende Liefde is blind, of tenminste bijziende Is ze de vijfde of is ze de elfde 't Is altijd hetzelfde Altijd hetzelfde Je bouwt al luchtkastelen Zit miljonair te spelen Al heb je voor het meisje Geen stuiver voor een ijsje Je meubileert een flatje Met een mahonie bedje Gebloemd-creton-crapaudjes En nikk'len botervlootjes Zij zit al te behangen Veel licht, is haar verlangen Nu zit zij liefst in 't duister 't Kan eig'lijk niet onjuister Je leert wat jalouzie is Je zegt: loop die en die mis Want die heeft rare plannen Pas op voor and're mannen Zo'n man die van de kook is Denkt dat een ander 't ook is Dat ied'reen in de rouw is Omdat híj met die vrouw is De fotograaf flatteert haar Verzacht en retoucheert zwaar Hij zegt: is dat mijn Lena Het lijkt wel een hyena Hoewel 't te zien terstond is Hoe bazig of haar mond is Die taartjes als een reus kluift (En dat ze door d'r neus snuift!) Maar later denkt ie vol verdriet Zo'n camera die liegt toch niet refr. En als je veertig jaar bent Dan denk je dat je klaar bent Dan denk je dat je wijs bent Omdat je 'n tikje grijs bent Maar op een dag is 't weer mis Omdat je hart nog teer is Je hebt een achtcilinder En naast je zit een vlinder Die helplatinablond is En bruin gehoogtezond is Die driemaal doorgerookt is En zesmaal uitgekookt is Je liefde, die weer blind is Zegt, dat zij nog een kind is Een soortement madonna (Zij denkt: hij laat een ton na!) Je vindt haar zo'n charmant ding En geeft haar een briljantring Je eet met haar bij Dikker En wordt bij Thijs zwaar sjikker Na 'n tijd van schone dromen Is er een krant gekomen Je denkt dat je abuis bent Leest... het biljet van duizend Totdat de post een brief geeft Dat Loes je niet meer lief heeft (Ze acht je niet solvent meer Ze denkt: die heeft geen cent meer!) Wijsgerig denk je voor 't loket Liefde is als een bankbiljet refr.