Shuttlerun
Dit is een maximale test, die indoor wordt afgenomen, en waarvan het resultaat gebruikt wordt als een index van cardiorespiratoire uithouding of om de maximale zuurstofopname te schatten. De 20-MST, zoals de test in de Engelstalige literatuur genoemd wordt, werd ontwikkeld om ondermeer de problemen van ritme en cadans te vermijden die bijna inherent zijn aan de meeste wandel/looptests. Beschrijving van de test De test begint aan een relatief rustig tempo (8 km/u) en eindigt wanneer de proefpersoon niet langer het opgelegde ritme kan volhouden. De deelnemers lopen in een zaal over een gemarkeerde afstand van 20 meter, telkens heen en terug (één voet raakt eindstreep), aan een tempo dat aangegeven wordt door een geluidssignaal. De loopsnelheid verhoogt elke minuut met 0,5 km/u, waarbij elke minuut een trap vertegenwoordigt (zie tabel 1). De proefpersoon moet stoppen indien hij/zij twee keer na elkaar niet tot ten minste 3 m van de eindstreep geraakt, of indien de proef ongemak veroorzaakt. De trap die tot dan toe bereikt werd, is het eindresultaat. Het is dus evident dat de nauwkeurigheid van de test zal afhangen van de strikte toepassing van het "stop" criterium. De duur van de test is functie van de conditie van het individu: hoe fitter, des te langer duurt de test. Materiaal - zaal of ruimte groot genoeg voor een 'piste' van 20 meter; - meetlint; - tape om begin en einde van de 20 meter piste aan te duiden; - bandopnemer; - bandje waarop het testprotocol staat. Condities voor de test
De proefpersoon staat aan de startlijn en begint de proef bij de eerste bieptoon. Hij/zij volgt nauwkeurig het tempo zoals aangegeven door de herhaalde bieptonen. Telkens als dit geluidsignaal gehoord wordt, moet de proefpersoon aan één van beide zijden zijn. Indien hij te snel is, vertraagt hij wat; is hij daarentegen wat te laat, dan loopt hij wat sneller. Hij moet in elk geval zijn snelheid aanpassen in functie van de signalen. Het doel van de proef bestaat erin om zoveel mogelijk intervallen te lopen, met andere woorden, om het opgelegde tempo zo lang mogelijk vol te houden. De test stopt indien de proefpersonen het opgelegde tempo niet meer aankan. Score De laatste beëindigde trap wordt genoteerd met een nauwkeurigheid van een halve trap. Een andere manier van scoren is iedere afgelegde lengte te tellen. Berekeningen Het maximaal zuurstofopnamevermogen kan berekend worden door middel van volgende regressievergelijking : VO2max (ml/kg/min) = -32,78 + 6,59x waarbij x= de maximale snelheid voorstelt (r= 0,90, standaard schattingsfout = 4,4). Een algemene toepassing van deze formule is niet aanbevolen. Voorlopig is het beter geen berekeningen te maken van de VO2max. Het is eenvoudiger de score behaald door een proefpersoon op tijdstip t2 te vergelijken met zijn score behaald op tijdstip t1. Problemen De uithouding shuttle test is een maximale test. Hij is niet geschikt voor personen met orthopedische problemen. Voor mensen die de test niet gedurende 5-6 minuten volhouden, is het twijfelachtig of de aërobe fitheid wel op een valide manier werd getest. Gelet op onze ervaringen met het afnemen van deze test bij jongeren en gelet op de toch hoge moeilijkheidsgraad van deze proef, menen we twijfels te mogen uiten over de wenselijkheid deze test op te nemen in de Eurofit testbatterij voor volwassenen. Het is natuurlijk 'maar' een alternatieve test, naast de wandel- en fietstest. Interpretatie Er zijn voorlopig geen Europese noch Belgische referentiewaarden beschikbaar. Een 60 sec standaard tijdsperiode is voorzien. Met een nauwkeurige chrono (1/10 sec) controleert men of de duur van de standaard tijdsperiode werkelijk 60 sec duurt. Indien dit niet het geval is, corrigeer dan de 20m loopafstand met bovenstaande tabel. Tabel 1 : Uithouding shuttle run : trappen, snelheid en splittijd. standaard te lopen tijdsperiode afstand snelheid spilttijd (sec) trappen (m) (km/h) (sec) 55.5 2 18.500 8.5 8,000 56.0 3 18.666 9.0 7,579 56.6 4 18.833 9.5 7,200 57.0 5 19.000 10.0 6,858 57.5 6 19.166 10.5 6,545 58.0 7 19.333 11.0 6,261 58.5 8 19.500 11.5 6,000 59.0 9 19.666 12.0 5,760 59.5 10 19.833 12.5 5,538 60.0 11 20.000 13.0 5,333 60.5 12 20.166 13.5 5,143 61.0 13 20.333 14.0 4,966 61.5 14 20.500 14.5 4,800 62.0 15 20.686 15.0 4,645 62.5 16 20.833 15.5 4,500 63.0 17 21.000 16.0 4,364 63.5 18 21.166 16.5 4,235 64.0 19 21.333 17.0 4,114 64.5 20 21.500 17.5 4,000 65.0 21 21.666 18.0 3,892 Tabel 2 : Shuttle loop aanpassing volgens snelheid casettespeler Standaard Te lopen tijdsperiode afstand (sec) (m) 55.0 18.333 55.5 18.500 56.0 18.666 56.6 18.833 57.0 19.000 57.5 19.166 58.0 19.333 58.5 19.500 59.0 19.666 59.5 19.833 60.0 20.000 60.5 20.166 61.0 20.333 61.5 20.500 62.0 20.686 62.5 20.833 63.0 21.000 63.5 21.166 64.0 21.333 64.5 21.500 65.0 21.666Een 60 sec standaard tijdsperiode is voorzien. Met een nauwkeurige chrono (1/10 sec) controleert men of de duur van de standaard tijdsperiode werkelijk 60 sec duurt. Indien dit niet het geval is, corrigeer dan de 20 m loopafstand met deze tabel. Copyright © Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap |